Stellenbosch - Kaapstad

Na wederom een prima ontbijt doen we vandaag een rondrit in de omgeving van Stellenbosch. We beginnen met de zeer fraaie Vergelegen Winery, in 1700 gesticht als farm door Willem Adriaan van der Stel, destijds de tweede gouverneur van de Kaap kolonie. Van der Stel bouwde deze farm voornamelijk met VOC geld. De naam Vergelegen was destijds zeer toepasselijk: het was een dagreis naar Kaapstad. Op de naastgelegen berg Schapenkop was een uitkijkpost van waar men als eerste de schepen kon zien aankomen die gingen aanleggen in de haven voor vers water, vlees en fruit. Willem Adriaan zorgde er dan voor dat hij als 1e in de haven was met zijn schapen, waardoor hij een succesvol en machtig zakenman werd. De andere boeren pikten dit op den duur niet en klaagden hem aan bij de VOC, die hem terughaalde naar Nederland. De farm werd in vier stukken opgedeeld en verkocht. Nu is het in bezit van de Angelo-American Company die het prachtig heeft gerestaureerd en omgevormd heeft in een van de meest exclusieve Wineries, met prachtige tuinen en historische gebouwen. In het hoofdgebouw, ooit dus het woonhuis van Van der Stel, heeft een van de zijgangen een plafond in de vorm van een kelder-gewelf. Op dat gewelf zijn de namen geschreven van de meer dan 100 slaven die gekocht zijn (ze kregen een Nederlandse naam zoals Caspar, Herman, Marietje, enz), hun leeftijd, hoeveel Rand er betaald was en van wie de slaaf gekocht was. Zeer confronterend... Mannen en vrouwen werden gekocht voor ca 40 Rand, kinderen vanaf 12 jaar voor ca 20 Rand en kinderen onder de 12 jaar werden gratis meegeleverd. De regel was dat de inheemse bevolking niet als slaaf werd gehouden, de slaven werden voornamelijk aangevoerd vanuit India, Indonesië en Madagascar. Dit verklaart ook de herkomst van de Malay taalinvloeden. Het veel gebruikte ‘baie’ (baie dankie - veel dank) komt uit het Maleisisch en de dorpjes van golfplatenhuisjes noemen ze hier een Kampong.
Kennelijk kon men ook een eigen handeltje hebben op de VOC reizen naar de Oost, want de slaven werden gekocht van de kapitein, van de scheepsarts, van de timmerman enz.
Na het bezoek aan de tuinen en een cappuccino in het Stables restaurant (niet gereserveerd dus geen tafel meer te krijgen) rijden we verder, door de Theewaterkloof naar Franschhoek, het Wassenaar van de Kaap regio.
Als we na de prachtige rit door de bergen aankomen in Franschhoek kan het contrast haast niet groter zijn dan met Grabouw, een stadje waar we eerder die dag doorheen gereden zijn en dat volledig door kleurlingen wordt bewoond.
Het is in Franschhoek net alsof je over de Brink in Laren rijdt, wij rijden langzaam verder.
Wat buiten het plaatsje stoppen we bij het Franschhoek Motor Museum, gelegen op het zeer exclusieve L’Omarins winery estate van miljonair Anthonij Rupert. Motors zijn in het Engelse taalgebied auto’s, en hier staan in vier langwerpige gebouwen de iconische modelllen opgesteld van hun tijd, vanaf de allereerste auto’s zoals de A Ford, Bugatti’s en Rolls Royces, maar ook Amerikanen en Europese auto’s zoals de Citroën Traction-avant. De laatste hal is volledig gevuld met sportwagens: een hele serie Ferrari’s, Alfa Romeo’s Porsches enz. Het lijkt wel de garage van een oliesjeik... prachtig om te zien (en een stukje mee te rijden?).
We rijden weer terug naar Stellenbosch en doen gauw nog wat boodschappen in de Eikestad mall in de universiteitswijk (veel studenten op skateboards, je kunt hier zo lekker de heuvel af). De winkels gaan om 18u dicht en hoewel het nog wat vroeg is besluiten we weer bij Hussar te gaan eten, we zijn er nu toch al. Het is een doordeweekse dag en het is wederom volgeboekt! Als we beloven om voor 20u klaar te zijn met eten krijgen we toch een tafeltje. Dan doen we deze keer maar geen voorgerecht. Wederom superlekker gegeten staan we om kwart voor acht weer buiten en rijden terug naar onze Guesthouse (wel eerst nog even 10 Rand geven aan het gele hesje voor het zgn oppassen op onze auto).

‘s Ochtends krijgen we na het ontbijt tijdens een leuk gesprek nog heel veel tips van de eigenaar van het Guesthouse voor bezienswaardigheden in de omgeving van Stellenbosch. Helaas, die zullen we voor een volgende keer moeten bewaren, vandaag gaan we door naar Kaapstad.
We bezoeken nog wel even ‘Sammie se winkel’, een toeristische hotspot. Binnen is het een bonte verzameling van kruiden, specerijen, jam’s, souvenirs, troep en heel vintage spullen, al dan niet te koop. Grappig, maar een beetje overrated.
We rijden vervolgens de kortste weg naar de kust en volgen dan verder de kustlijn. Onderweg passeren we Khayelitsha, een enorm ghetto van golfplaten huisjes en ook hier heel veel kleurlingen die langs de (snel)weg lopen. Dan ben je weer blij dat je wiegje in Nederland heeft gestaan. Duinen en rotspartijen wisselen elkaar af. Het is mooi weer, de golfslag van de Atlantische oceaan ziet er wel woest uit, er zwemt niemand in zee.
Dorpjes waar we doorheen rijden als Muizenberg en Kalk Bay doen erg Zandvoorts aan. Hier wordt wel gezwommen, maar dan in grote betonnen bakken aan zee die zo te zien bij vloed vollopen met zeewater.
We lunchen in Simon’s Town aan de haven. Simon’s Town is vernoemd naar Simon van der Stel, de 1e gouverneur van de Kaap kolonie en de vader van de eerder genoemde Willem Adriaan van der Stel.
We bekijken hier op Boulder Beach op de boardwalk de pinguïns die hier aan land gaan, erg leuk.
Daarna steken we over de Swartkopberge door naar Scarborough en maken een strandwandeling in de Schuster’s bay, met de ook hier woeste golven.
Via Kommetjie en Fish hoek rijden we naar Kaapstad naar ons hotel in het centrum. Het is einde werkdag en dus spitsuur, veel verkeer de stad uit. Ook veel lopende kleurlingen op weg naar hun kampongs die we onderweg zijn gepasseerd op de bergen. Dankzij de Here WeGo route app die we de hele vakantie al gebruiken laveren we goed door het extreem drukke verkeer in het centrum en stoppen voor ons hotel, het Townhouse hotel, vlak bij de populaire Long Street. We hebben onszelf verwend met een fraaie suite voor de laatste drie dagen, de auto gaat in de parkeergarage naast het hotel.
We zijn lekker op tijd, we hebben nog genoeg tijd voor een avond-uitstapje. We nemen een taxi naar het Victoria & Alfred Waterfront complex, een combinatie van een fraaie shopping mall en zeer veel restaurants aan de haven, waar ook een reuzenrad staat opgesteld. Het is er gezellig druk. Na wat rondgestruind te hebben eten we er een lekkere pizza en pakken de taxi weer terug naar het hotel (80 Rand enkele reis, dwz €5).
Lekker slapen en morgen gaan we Kaapstad eens goed bekijken.